Website Logo

Ambulancezorg op zee vraagt creativiteit en kritische keuzes

Gepubliceerd op: 31-03-2023

Door: Rob Jastrzebski

Foto's: DMG - Arie van Dijk

Gepubliceerd in het Vakblad V&VN Ambulancezorg, maart 2023

 

Search and Rescue met geborgde zorgkwaliteit

Het was een reddingsoperatie die zo in een Hollywood-rampenfilm zou passen; de redding van een te water geraakte zeezeiler uit de woeste golven van de Noordzee in het holst van de nacht van 15 januari jl. Een mooier succes kon het kersverse Search and Rescue (SAR)-team van helikoptermaatschappij Bristow zich na zijn start op 4 november 2022 niet wensen. Het was een ‘vliegende start’ voor de nieuwe reddingshelikopters en het SAR-team met ambulanceverpleegkundige expertise. De samenwerking met Dutch Medical Group draagt zorg voor de continuïteit van medische kennis en ervaring.

Bristow sleepte in 2021 de aanbesteding van de SAR-taken door Kustwacht Nederland in de wacht en is daarmee terug als maritieme dienstverlener in het Nederlandse SAR-gebied. Het bedrijf is internationaal actief in de offshore dienstverlening met logistiek transport, personenvervoer en SAR-taken. In Nederland opereert Bristow voor de uitvoering van SAR-operaties onder de vlag van de Kustwacht vanaf twee bases: Den Helder Airport en vliegveld Midden-Zeeland ten oosten van Middelburg. Op beide standplaatsen staat sinds 4 november jl. 24/7 een reddingshelikopter met SAR-team paraat om, in opdracht van het Kustwachtcentrum, direct in actie te komen bij noodsituaties op de Noordzee, Waddenzee, het IJsselmeer en andere grote wateren waarover de Kustwacht waakt. Zoals aanvaringen, gekapseisde schepen, vermiste personen en medische evacuaties van boord van schepen en booreilanden. Binnen 20 minuten na een alarmering via het Kustwachtcentrum moet de heli ‘airborne’ zijn.

Bristow voert deze Kustwachttaak op contractbasis uit voor een periode van tien jaar, met de mogelijkheid van verlenging na die periode. In de eerste twee maanden kregen de SAR-teams al zo’n 30 inzetten voor de kiezen, variërend van zoekacties tot medische evacuaties en transportdiensten voor de Kustwacht.

 

Geborgde zorgkwaliteit

De SAR-helikopters van Bristow rukken uit met een vijfkoppige bemanning: twee vliegers, een ‘winch operator’ (bedienaar van de hoist/lierinstallatie), een ‘winchman’(redder) en een SAR-nurse (ambulanceverpleegkundige).

“De toevoeging van een ambulanceverpleegkundige aan de SAR-teams was onderdeel van de aanbesteding”, verduidelijkt Jaap-Frank Ponstein, algemeen directeur van Dutch Medical Group (DMG). De particuliere aanbieder van ambulancediensten is medisch partner van Bristow voor de SAR-taak. DMG levert de medisch manager en verzorgt de opleidingen, advisering, medische inrichting van de helikopters en de bevoorrading met medische materialen, medicamenten en zuurstof. De 12 ambulanceverpleegkundigen die bij toerbeurt dienst doen in de SAR-bemanning, zijn in dienst van Bristow.

Ponstein: “De Nederlandse overheid eist dat bij hulpverlening aan gewonden, drenkelingen en zieken op zee de medische kwaliteitsmaatstaven van de ambulancezorg op het land worden gehanteerd. Die kwaliteitszorg, conform de zorgkwaliteitswet WKKGZ, is geborgd door de speciaal voor deze taak geworven en getrainde ambulanceverpleegkundigen. Dutch Medical Group ondersteunt Bristow hierbij. De visie is dat patiënten op zee in principe dezelfde patiëntgerichte kwaliteit zorg moeten krijgen als patiënten op het land.”

 

Uitdagingen

In principe, want het werken op zee en aan boord van een helikopter bij nacht en ontij is bepaald geen sinecure en kent zijn uitdagingen en beperkingen, zo blijkt uit de ervaringen die drie bemanningsleden willen delen op de SAR-basis van Bristow in Den Helder. Verpleegkundig manager Tim de Jonge en SAR-nurses Stephan ’t Hooft en Karel Harinck, vertellen vol passie over ambulancezorg in een extreme omgeving en onder soms barre omstandigheden. Het is géén job voor watjes. Vóórdat de verpleegkundigen überhaupt aan boord van de SAR-helikopter komen, is eerst een pittige aanvullende opleiding en training noodzakelijk.

Tim de Jonge: “De verpleegkundigen die we voor deze taak werven en selecteren komen ‘blanco’ binnen vanuit de ambulancepraktijk, maar hebben vaak al wel affiniteit of ervaring met werken op het water en in de luchtvaart. Dat is geen must, maar wel een pré. Om dit werk te doen moet je uit het juiste hout gesneden zijn. Je moet een avontuurlijke aanleg hebben, stressbestendig zijn en heel goed kunnen multitasken. Want werken als lid van een SAR-bemanning vraagt andere eigenschappen dan werken in de reguliere ambulancezorg op straat. Om te beginnen ben je een schakel in een team, waarin iedereen elkaar naadloos moet aanvoelen. Primair draait alles om de vliegveiligheid. Vóórdat een reddingsoperatie begint, heeft ieder bemanningslid zijn rol om ervoor te zorgen dat de helikopter met bemanning veilig ter plaatse komt. Vijf paar oren, ogen en handen zijn niet overbodig in de soms zware omstandigheden waaronder we bij reddingen moeten opereren.”

Tim legt uit dat de SAR-nurses niet alleen worden getraind in de uitdagende opgave van medische hulpverlening op zee, maar ook kennis moeten hebben van de helikopter, de techniek aan boord en de specifieke veiligheidsprocedures rond een SAR-operatie. Ze hoeven geen vliegers te worden, maar moeten wel snappen hoe een helikopter werkt en hoe ze in noodsituaties moeten handelen. De SAR-training duurt grofweg drie weken. Pittige extra kost voor ambulanceverpleegkundigen, om te leren werken in een omgeving die ver af staat van de praktijk op straat.

Tim: “Na werving en selectie met ondersteuning van DMG gaan de geselecteerde verpleegkundigen een week naar Finland, voor een opleiding in een geavanceerd trainingscentrum. Ook een ‘Helicopter Underwater Escape training’, kortweg HUET, maakt deel uit van het traject. Daar leren de teamleden hoe ze onder water uit een helikopter kunnen ontsnappen als die te water raakt en omslaat. Dat is verplicht voor iedereen die beroepshalve meevliegt op een offshore- of SAR-helikopter. Verder volgen de leden een tweedaagse cursus ‘crew resource management’ waarin ze als team leren samenwerken rond vliegveiligheid en het opsporen van schepen en drenkelingen met de sensorsystemen aan boord en op zicht. Tijdens het opleidingstraject maken ze vijf trainingsvluchten, waarbij de uit te voeren taken steeds een stapje complexer worden, tot en met een afdaling aan boord van een schip op volle zee bij een gesimuleerde reddingsoperatie.”

 

Uitrusting

De helikopters waarmee Bristow de SAR-taak uitvoert, zijn fonkelnieuwe Leonardo AW 189-toestellen, met een hightech uitrusting voor opsporing en redding. Op beide standplaatsen staat een operationele helikopter stand-by en in de hangar in Den Helder staat een derde als reservetoestel ‘geparkeerd’. De toestellen zijn voorzien van state-of-the-art apparatuur voor opsporing en redding. Zoals camera’s met nachtzicht en infrarood sensor. De toestellen zijn voorzien van een dubbele ‘hoist’ (lier), waarmee de redder en verpleegkundige aan boord van schepen worden afgezet en waarmee drenkelingen en patiënten worden opgetakeld. Aan boord van de helikopter is, naast de vijfkoppige crew, ruimte voor twee liggende patiënten op brancard en vier zittende personen. In noodsituaties kunnen meer mensen mee.

SAR-nurse Karel Harinck legt uit dat de helikopter voor medische zorg over een volledige ambulance-uitrusting beschikt. “Alles wat we op het land in de wagen hebben aan materialen en medicatie, conform het landelijk protocol ambulancezorg, hebben we ook in de heli ter beschikking. Wel zijn er een paar aanvullingen en aanpassingen vanwege de bijzondere omgeving waarin we werken en de soms lange vliegafstanden. Zo is bijvoorbeeld een grotere voorraad medische zuurstof aan boord en ook zijn enkele behandelprotocollen aangepast. Op het land kunnen we vrijwel altijd een patiënt binnen een half uur op een afdeling Spoedeisende Eerste Hulp van een ziekenhuis hebben. Bij redding en evacuatie vanaf zee lukt dat niet altijd, omdat de vliegtijd kan oplopen tot meerdere uren. De verpleegkundige bepaalt naar welk ziekenhuis een eventuele patiënt wordt gebracht. Bij de meeste ziekenhuizen kunnen we op het terrein landen.”

 

Tijdfactor en beperkingen

Ambulancezorg op zee is een complexe aangelegenheid, benadrukt Karel. “Het vraagt veel inzicht, flexibiliteit en creativiteit. Op zee moet je met je team volledig ‘self-supporting’ zijn als je aan boord van een schip moet om levensreddend te handelen. Waar je bij incidenten op straat gemakkelijk een tweede wagen ter assistentie kan vragen, moet je het op zee met zijn tweeën oplossen. Je werkt altijd als koppel. De winchman is als redder verantwoordelijk voor de veiligheid van de ‘hoistoperatie’ en gaat als eerste aan dek van een schip. Daarna helpt hij bij het veilig aan dek brengen van de verpleegkundige met zijn uitrusting. Alles wat je denkt nodig te hebben voor de hulpverlening moet in tassen mee aan boord.”

Tim de Jonge vult aan dat vooral medische evacuatie vanuit een schip soms de nodige improvisatiekracht vraagt: “Als een patiënt vanuit een benarde positie diep in het schip naar buiten moet worden gebracht, kun je niet even de brandweer ter ondersteuning vragen voor tilassistentie of met een autoladder voor horizontaal transport. Je moet het zelf oplossen. De scheepsbemanning kan wel ondersteuning bieden. Alle zeevarenden zijn op grond van de internationale maritieme regelgeving opgeleid en getraind om zelfredzaam te zijn bij noodsituaties en incidenten.”

SAR nurse Stephan ’t Hooft: “Je bent bij een SAR-operatie op een totaal andere manier met patiëntenzorg bezig. Vakinhoudelijk en qua triage is ambulancezorg op zee niet anders dan op straat, maar de omstandigheden maken het complex en uitdagend. Je moet vooruit kunnen denken en kritische beslissingen kunnen nemen.”

Vooral de tijdfactor speelt volgens Stephan een rol. Zo moet het team altijd rekening houden met de vliegafstand van de helikopter en de hoeveelheid brandstof. Als de SAR-nurse en de redder aan boord van een schip bezig zijn, blijft de helikopter in de lucht hangen. Soms, op grotere schepen of op booreilanden, is er landingsmogelijkheid. Maar ook dan blijven de motoren altijd aan, want het toestel moet op elk moment weer kunnen opstijgen.

Stephan: “Bij al je beslissingen moet je dus steeds afwegen: hoeveel tijd heb ik? En wat kan ik in die tijd wel doen en wat niet? Een uitgebreid lichamelijk onderzoek is ter plekke bijvoorbeeld niet altijd mogelijk. Elke situatie is anders en heeft zijn eigen uitdagingen, die je beslissingen en manier van werken beïnvloeden.”

 

Win-win

Bristow voert de SAR-taken op het Nederlandse deel van de Noordzee uit met in totaal 75 man, waarvan 12 ambulanceverpleegkundigen. Die verpleegkundigen kunnen, naast hun dienstverband bij de helikoptermaatschappij, via het partnership met Dutch Medical Group ook worden ingezet ter ondersteuning bij regionale ambulancevoorzieningen. Dat gebeurt via uitzendbureau De Zorg BV.

“Een win-winsituatie”, legt DMG-directeur Jaap-Frank Ponstein uit: “De verpleegkundigen maken als lid van het SAR-team veel vlieguren, maar niet alle vluchten en reddingsoperaties zijn vanuit medisch oogpunt even spannend. Om hun medische vakbekwaamheid op peil te houden, is het belangrijk dat ze voldoende verpleegkundige ervaring in de ambulancepraktijk behouden. Daarin voorzien we door de mensen via de ambulancedienstverlening van DMG in die dagelijkse praktijk in te zetten als ze geen dienst hebben bij Bristow. Het voordeel voor ons als medisch dienstverlener is dat we met deze pool van hoogopgeleide verpleegkundigen ook onze dienstverlening in de spoedzorg kunnen uitbreiden. We zijn er trots op dat we via deze mooie samenwerking onze bijdrage kunnen leveren aan de veiligheid op zee via een parate state-of-the-art reddingsorganisatie met geborgde verpleegkundige expertise.”